London, 11 december 2006 - Veel bedrijven zijn nog altijd niet goed voorbereid op een eventuele pandemie. Ondernemingen denken vaak ten onrechte dat men zich afdoende heeft gewapend tegen een uitbraak van een wereldwijde epidemie, zoals vogelgriep. Dat zijn een aantal conclusies uit het vandaag gepubliceerde rapport 'Pandemic Influenza: Exploding the Myths' * van Aon.

Een jaar na het eerste rapport 'Pandemic Influenza: Managing the risks of an invisible threat', waarin bedrijven werden opgeroepen wakker te worden en zich te wapenen tegen een mogelijk risico van een pandemie, komt Aon met een rapportage over de in het afgelopen jaar genomen maatregelen om bedrijven te beschermen tegen een pandemie. Het rapport roept bedrijven op de inzet voor wat betreft het plannen van noodmaatregelen te verhogen.

Hoewel er het afgelopen jaar vooruitgang is geboekt, zoals een aanvullend onderzoek naar de oorzaak en gevolgen van de pandemie van 1918, lijkt er bij bedrijven eerder sprake te zijn van een bepaalde mate van zelfvoldaanheid dan van het ondernemen van actie. Hoewel er in de media steeds minder over het onderwerp verschijnt, tonen cijfers van de World Health Organization (WHO) aan dat het H5N1 virus, de grootste bron van zorg, steeds dodelijker wordt en zich inmiddels over tien landen heeft verspreid. Vorig jaar waren dit nog vier landen.

'Het rapport van Aon weerlegt een aantal van de mythen die aan het gevoel van zelfvoldaanheid hebben bijgedragen en laat zien dat de wereldwijde voorbereidingen onsamenhangend zijn en geen adequate bescherming bieden tegen de verspreiding van de pandemie. Er zijn maar weinig bedrijven met echte interne ervaring met het vaststellen van adequate procedures ter bescherming van hun personeel die zowel praktisch als betaalbaar zijn. Bedrijven zouden zich in hun processen en bedrijfsactiviteiten moeten richten op het terugdringen van de mogelijkheden tot virusoverdracht.

Bedrijven kunnen niet vertrouwen op overheidsmaatregelen, de ontwikkeling van vaccins of de levering van antivirale medicijnen voor de bescherming van hun mensen en bedrijfsactiviteiten. Aon's rapport constateert dat sommige overheden over noodplannen beschikken, de productie van antivirale medicijnen exponentieel gegroeid is en aan de ontwikkeling van vaccins meer aandacht wordt gegeven. Dit betekent echter nog niet dat de kans op een snelle massale distributie van vaccins groter geworden is en de verstoring van het dagelijks leven minder is geworden.

Het rapport toont ook aan hoe risicomanagers het vermogen van verzekeraars om aan de behoeften van cliënten te voldoen overschatten. Dekking tegen pandemieën - die onvermijdelijk op ons af komen, zich wereldwijd verspreiden en naar verwachting in aanzienlijke verliezen zullen resulteren - is moeilijk te verkrijgen en dan alleen nog onder strikte voorwaarden.

"Wat we nodig hebben, is een versnelling van wereldwijde risicobeheersmaatregelen om ervoor te zorgen dat de voorbereidingen voor zowel landen als het bedrijfsleven op het hoogst mogelijke niveau gehandhaafd blijven,” stelt Armand Hoftijzer, Director Aon Risk Consultants bij Aon Nederland. “Het rapport onderstreept het vitale belang voor bedrijven om verantwoordelijkheid te nemen en waar mogelijk de risico's van een mogelijke pandemie zoveel mogelijk te verminderen. Business Continuity Plans moeten zorgen voor een bedrijfsspecifiek kader in plaats van te vertrouwen op meer algemene bestrijdingsplannen van de overheid, die wel eens onvoldoende zouden kunnen zijn om de bedrijfsrisico's te dekken of de vooruitgang in ongeteste vaccins en productie van antivirale middelen te bevorderen."

"Business Continuity Plans vormen slechts één onderdeel van de stappen die genomen moeten worden om goed op een pandemie te zijn voorbereid. Voordat ook maar een enkel plan wordt overwogen, moet er een volledige evaluatie van de risico's, gevolgd door een impactanalyse en beoordeling van strategieën en oplossingen worden uitgevoerd. Voor die bedrijven die al over plannen beschikken, is het regelmatig testen en evalueren ervan van essentieel belang."